Voor het meten van inkomensarmoede gebruiken de OECD en de EU welvaartsvaste armoedegrenzen, uitgedrukt als percentage van het gestandaardiseerd besteedbaar mediane inkomen in een land. Bij een grens van 60% van het mediane inkomen van huishoudens ligt de in 2020 voor Nederland gemeten armoede op 15% van de huishoudens. Alle in Nederland gehanteerde ‘absolute’ armoedemaatstaven (CBS en SCP) meten een aanzienlijk lagere armoede (het CBS meet in 2020 7% armoede). Dit artikel vergelijkt de genoemde armoedemaatstaven kwantitatief en beoordeelt ze kwalitatief. Het eindigt met een kort pleidooi voor welvaartsvaste maatstaven met een absolute maatstaf als ondergrens.