G.A. Kessler was vanaf de jaren 1960 tot begin jaren 1980 centrale bankier en hoogleraar in de leer van het geld op de UvA. Hierdoor was hij een van de weinige geldtheoretici in Nederland die ook een feitelijke rol speelde bij het monetaire beleid in ons land. Op De Nederlandsche Bank fungeerde hij als haar monetaire geweten. Als hoogleraar was hij een eigenzinnig beoefenaar van de leer van het geld die hij vaak vereenzelvigde met de monetaire theorie van de Bank. Ook na zijn terugtreden bij de Bank in 1980 zette hij zijn wetenschappelijk werk voort en publiceerde daarover nog enkele malen. In die laatste jaren waren daarbij kringloopverstoring met uitstoot van arbeid, onvoldoende kapitaalvorming en de houdbaarheid van de collectieve sector zijn macro-economische aandachtspunten. Dit artikel beschrijft Kesslers leven en werk. Het maakt deel uit van de geschiedenis van het economisch denken in ons land gedurende de tweede helft van de vorige eeuw.