In 2005 is vraagfinanciering ingevoerd in de kinderopvang met als doel de marktwerking te verbeteren. Daardoor zouden de wachtlijsten verdwijnen en de kwaliteit van kinderopvang verbeteren, waardoor de arbeidsparticipatie van moeders zou toenemen. Als gevolg van de invoering van marktwerking is het aanbod van formele opvang sterk uitgebreid. Ook houden aanbieders meer rekening met de wensen van ouders. Toch bestaan er nog steeds wachtlijsten en is de kwaliteit van kinderopvang verder gedaald. Ouders kunnen de kwaliteit niet goed beoordelen en hebben deze daling (derhalve) niet waargenomen. De participatie van moeders in uren is als gevolg van de nieuwe regelgeving gestegen met naar schatting 9%. De publieke kosten van kinderopvang zijn meer dan verdrievoudigd, van 700 miljoen tot 2,3 miljard euro. Als gevolg van de prijsdaling van kinderopvang hebben veel ouders informele opvang vervangen door gesubsidieerde opvang. Een vorm van subsidiëring die beter aansluit bij de redenen van subsidiëring is efficiënter.